Investeer meer in Criminaliteitspreventie
Criminaliteitspreventie verdient een prominente plek binnen het veiligheidsbeleid. Om tal van redenen, bijvoorbeeld omdat een slachtoffer-, situatie- en dadergerichte aanpak breder werkt dan alleen een puur repressieve, dadergerichte aanpak. Uit onderzoek weten we inmiddels dat preventie werkt. Daarvoor bestaat genoeg overtuigend, empirisch bewijs.
De preventieve aanpak van criminaliteit staat nog steeds in de schaduw van het klassieke, repressieve optreden in reactie op criminaliteit. De aanpak dus waarbij het justitiële apparaat pas in beweging komt nadat een strafbaar feit is gepleegd. Meestal loopt de zaak al spaak voordat de laatste fase in de strafrechtketen wordt bereikt.
Een puur preventieve benadering is niet voldoende
Een hoofddoel van deze miljarden kostende operatie is om te zorgen dat de veroordeelde dader door de straf afgehouden zal worden van herhaling van diens criminele gedrag. Dit blijkt echter nauwelijks te lukken – vroeger niet en nog steeds niet. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een Amerikaanse overzichtsstudie van het Open Philanthropy Project (2017), naar de effecten van gevangenisstraf op de criminaliteit in de VS. Die effecten zijn nihil, concludeert het onderzoek.
Een overzichtsstudie van de gezaghebbende Campbell Collaboration (2015) bestrijkt meer dan de Amerikaanse situatie en komt tot een vergelijkbare conclusie over de verwaarloosbare effecten van gevangenisstraf op criminaliteit. Het onderzoek omvat 14 hoogwaardige studies uit de VS, Europa en Australië. Deze vergelijken de effecten van vrijheidsstraffen en alternatieve sancties (taakstraffen, geldboetes, elektronische monitoring) op de recidive van daders na de straf. Vrijheidsstraffen blijken niet effectiever te zijn in het verminderen van recidive dan alternatieve sancties. De laatste zijn echter wel goedkoper. Daarnaast zijn de gevolgen in sociaal en economisch opzicht voor de levens van gedetineerden en hun gezinnen minder ingrijpend, concludeert het onderzoek.
Er zal altijd opgespoord, vervolgd, berecht en gestraft blijven worden
Investeer dus meer in criminaliteitspreventie, zou ik zeggen. Er zijn meerdere redenen waarom criminaliteitspreventie een belangrijke plek moet bekleden binnen het veiligheidsbeleid. Immers, criminaliteitspreventie:
- richt zich op het wegnemen van oorzaken en niet op het straffen van de dader;
- gaat uit van een veelheid van actoren, zoals politie, lokaal bestuur, maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven. Dit in tegenstelling tot de politiële/justitiële aanpak, die primair is gebaseerd op het strafrecht;
- is slachtoffer-, situatie- en dadergericht. Daardoor bestrijkt een preventieve aanpak meer aspecten van een veiligheidsprobleem dan een uitsluitend repressieve, dadergerichte aanpak;
- is effectief. Daarvoor is meer dan genoeg overtuigend, empirisch bewijs geleverd.
Is hiermee het strafrechtelijke instrumentarium weggepoetst? Geenszins. Een puur preventieve benadering is niet voldoende. Er zullen immers altijd personen zijn die zich niets blijven aantrekken van (in)formele controles. Zij reageren niet op preventieve maatregelen. Er zal dus altijd opgespoord, vervolgd, berecht en gestraft blijven worden.
Beleidstheorie criminaliteitspreventie
Een belangrijke (beleids)theorie bij de preventieve aanpak van criminaliteit is die van de aanwezige gelegenheidsstructuur. Volgens deze benaderingswijze komt criminaliteit tot stand wanneer aan 3 voorwaarden is voldaan:
- aanwezigheid van potentiële daders
- aanwezigheid van geschikte doelwitten
- afwezigheid van voldoende toezicht
Met andere woorden: criminaliteit vindt daar plaats waar de gelegenheid of omstandigheden het meest gunstig zijn voor daders. We hebben het dan over de minste weerstand, een geringe pakkans, een gebrek aan controle en regelgeving, criminogene plekken en subculturele aspecten. Preventieve maatregelen moeten dus primair gericht worden op het beïnvloeden van de gelegenheidsstructuur, met het doel om criminele handelingen te bemoeilijken of te voorkomen.
Situationele preventie kan beschouwd worden als een bijdrage aan de normhandhaving
Deze situationele, criminaliteitspreventieve aanpak kent allerlei verschijningsvormen: tegenhouden, logistieke preventieve aanpak, bestuurlijke preventie, opwerpen van bestuurlijke blokkades, barrières en drempels. Edward Kleemans e.a. (2010) beschrijven een aantal varianten voor situationele criminaliteitspreventie van grensoverschrijdende, georganiseerde criminaliteit. Het uitgangspunt is steeds dat het eenvoudiger is om plekken en plaatsen te veranderen en daarmee indirect het keuzegedrag van (potentiële) daders te beïnvloeden, dan om (potentiële) daders direct te beïnvloeden. Daarbij gaat het vooral om het onderkennen van de gevolgen van verstedelijking, anonimiteit, en criminogene aspecten van nieuwe technologie, goederenstromen, producten en diensten. Situationele preventie kan daarmee beschouwd worden als een bijdrage aan de normhandhaving: men voorkomt daarmee dat (potentiële) daders in de verleiding worden gebracht om criminele handelingen te verrichten.
Model voor criminaliteitspreventie
Preventiemaatregelen kunnen het beste worden geclassificeerd op basis van de volgende 2 dimensies. In de ene dimensie wordt het in de medische wereld conventionele onderscheid gemaakt tussen primaire, secundaire en tertiaire typen preventie, gericht op achtereenvolgens het grote publiek, groepen met een verhoogd risico en specifieke kerngroepen die vanuit criminologisch oogpunt zeer problematisch zijn. De andere dimensie verwijst naar de routine-activiteitentheorie van Cohen en Felson. Volgens die theorie zijn de voorwaarden voor criminaliteit gelegen in het in ruimte en tijd ‘samenvallen’ van potentiële regelovertreders en slachtoffers in een onvoldoende bewaakte omgeving. Deze gedachtegang levert 3 strategieën op, toegespitst op daders, situaties en slachtoffers. Onderstaand model wordt internationaal gebruikt om systematische ordening aan te brengen in de veelheid van criminaliteitspreventieve maatregelen die beschikbaar zijn.
Figuur 1> Het concept van criminaliteitspreventie: een 2-dimensionaal model
Dit conceptuele model wordt ook toegepast op preventie van georganiseerde criminaliteit. In de preventieve praktijk betekent dit gericht aandacht besteden aan de maatschappelijke condities waaronder georganiseerde criminaliteit kan opbloeien (primaire preventie) en aan specifieke risicovolle factoren en sectoren (secundaire preventie) die daarbij relevant zijn. Het gaat dan om kwesties als het voorkomen dat er een illegale markt ontstaat, of de kwetsbaarheid van bepaalde segmenten van onze samenleving voor georganiseerde criminaliteit. De aanpak van vanuit criminologisch oogpunt meest problematische dadergroepen (tertiaire preventie), kan bijvoorbeeld via selectief reclasseringstoezicht of elektronisch huisarrest plaats vinden. Hier spelen strafdreiging en perceptie van pakkans een bijzondere rol.
bron: Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid